Programma, processor, proces, en resultaat

Enkele begrippen rond programmeren komen we ook in het dagelijks leven tegen. Deze voorbeelden kunnen helpen om programmeren beter te begrijpen.

Als je een taart wilt bakken, heb je een recept nodig. In het recept staat wat je nodig hebt: ingrediënten (bijvoorbeeld bloem en boter), en hulpmiddelen (zoals een kom, een mixer, en een oven). Het recept geeft stap voor stap aan hoe je van de ingrediënten, met deze hulpmiddelen, een taart bakt.

Met een recept alleen gebeurt er nog niets: je hebt een kok nodig - iemand nodig die het recept kan uitvoeren. Deze heeft de bijbehorende hulpmiddelen nodig, en de ingrediënten. Daarna kan hij aan de slag gaan met het bakken van de taart. Het uitvoeren van de verschillende stappen van het bakken kost tijd. We noemen iets dat in de tijd verloopt een proces.

Als alles goed gaat, heb je als resultaat van het bakken een taart. Aan de taart kun je niet meer zien hoe deze gemaakt is - welke stappen er gebruikt zijn, of hoe lang dit geduurd heeft. Maar als je de taart wilt opeten is dat ook niet je eerste vraag.

We hebben in dit voorbeeld te maken met de volgende begrippen:

  • script (programma): stappenplan dat precies vastlegt welke stappen uitgevoerd moeten worden;
  • actor (processor): kan een script uitvoeren; dit kan een mens zijn, maar ook een machine (automaat);
  • proces - het uitvoeren van een script door een actor; bij een proces is er meestal sprake van:
  • invoer (input)
  • uitvoer (output, resultaat)
  • hulpmiddelen (resources)

In het dagelijks leven vinden we meer voorbeelden van scripts, actoren en processen:

Script/Programma Proces Actor/Processor Resultaat
Recept Bakken Kok Taart
Breipatroon Breien Herder Trui
Routebeschrijving Reis Automobilist Bestemming bereikt
Orgelboek Afspelen Draaiorgel Muziek
Optellen Rekenen Boekhouder Totaal

De verschillende scripts zijn geschreven voor een bepaald soort actor. Een recept is geschreven in een taal die door een kok begrepen wordt. Als je wilt leren koken, dan moet je de recepten-taal (of koks-taal) leren begrijpen.

Een script of programma voor een computer schrijven we in een programmeertaal. Dit script legt precies en volledig vast welke stappen de computer moet nemen bij het uitvoeren van het proces.

Een computer voert de opdrachten in het programma heel precies en letterlijk uit. Een computer doet wat je zegt - en dat is misschien niet altijd wat je bedoelt. En omdat computers zo snel zijn, loopt het soms erg snel uit de hand.

Vb: (i) peanut butter jelly sandwich; (ii) tovenaarsleerling.

Wanneer begint de uitvoering van een programma?

Eigenlijk moeten we naast programma, proces en resultaat nog een begrip invoeren: de opdracht om het programma uit te voeren. In de context van programmeren komt dat bijvoorbeeld overeen met een functie-aanroep.

Hoe ziet dit eruit in de voorbeelden uit het dagelijks leven?

In de browser is een knop (button) vaak gekoppeld aan een stukje programma (functie). Het indrukken van de knop, bijvoorbeeld door een muisklik, is dan de opdracht om dat stukje programma uit te voeren.

In het kook-voorbeeld kan de chef-kok zijn assistent de opdracht geven voor het bereiden van een gerecht aan de hand van een bepaald recept. Dan kan bijvoorbeeld zijn: "maak een kwart liter sauce bearnaise". In dit geval is het belangrijk dat het recept een naam heeft. De assistent weet dan wat er bedoeld wordt, en kan eventueel in het kookboek het recept opzoeken.